10 tips voor het maken van een moestuinplan

Een moestuinplan is een richtlijn voor het inrichten van je moestuin. Het helpt je gedurende het jaar om een succesvolle oogst te realiseren. De winter is bij uitstek de periode voor het maken van een moestuinplan.

Voorpret is de halve pret! Toch?

Ik word er altijd weer helemaal enthousiast van. Een nieuw jaar, vol nieuwe mogelijkheden!

Het opstellen van een moestuinplan geeft je een duidelijke richtlijn. Je kan er in beschrijven wat je waar gaat zaaien. Het helpt je om de juiste zaden aan te schaffen. Daarnaast weet je exact wat er wanneer de grond in kan.

Er is geen goed of fout. Maak een moestuinplan dat bij jou en jouw tuin past.

Deze 10 tips gaan je er (hopelijk) bij helpen.

Moestuinplan tips

1. Bedenk wat je wil gaan kweken aankomend jaar;
2. Wat ga je met de oogst doen?;
3. Inventariseer welke zaden je hebt en schaf nieuwe zaden aan;
4. Denk na over goede en slechte buren;
5. Plan teeltwisseling;
6. Maak optimaal gebruik van de beschikbare grond;
7. Maak een moestuintekening;
8. Inventariseer welke benodigdheden je nodig hebt;
9. Maak een jaarplanning;
10. Wees realistisch;

Moestuinplan tip 1. Wat wil je kweken?

Wat wil jij in je moestuin gaan kweken? Maak keuze gebaseerd op je eigen smaak en gebruik. Welke groentes en fruit vind je lekker? Wat gebruik je veel in de keuken?

Kweek groentes en fruit die je ook gaat eten. Hou je niet van wortels? Zet er dan geen rijen vol mee.

Denk ook na over de wintermoestuin.

Moestuinplan tip 2. Oogst

Bedenk alvast hoe je de oogst gaat verwerken. Wil je bijvoorbeeld je oogst gaan wecken, invriezen of eet je alles direct op?

In juli- oktober zal je kunnen gaan oogsten. Plan hiervoor tijd in. Hou rekening met eventuele benodigdheden voor de verwerking.

Moestuinplan tip 3. Zadeninventarisatie

Weet je wat je wil gaan kweken aankomend jaar? Dan is het tijd om te zorgen dat je de juiste zaden hebt.

Inventariseer welke zaden je nog hebt. Let hierbij op de houdbaarheidsdatum. Sommige zaden doen het nog goed na de houdbaarheidsdatum. Andere komen niet meer op.

Inventariseer tevens welke nieuwe zaden je nog dient aan te schaffen. Dit kan bijvoorbeeld bij De Bolster, Vreeken’s Zaden of Van der Wal.

Je hoeft niet alles uit zaad op te kweken. Bij de lokale tuincentra zijn in het seizoen ook vaak groentestekjes en -plantjes te koop.

Moestuinplan tip 4. Goede en slechte buren

Sommige planten doen het beter als ze een specifieke buur krijgen.

Een voorbeeld hiervan zijn Afrikaantjes. Deze weren aaltjes in de grond. Hierbij zijn bijvoorbeeld komkommer, wortels, bietjes en tomaten bij gebaat.

Een ander voorbeeld is luizen werende planten. Diverse soorten bonen vallen vaak ten prooi aan luizen. De geur van lavendel, salie en knoflook weert bladluis. Afrikaantjes trekken insecten aan die bladluis bestrijden.

Moestuinplan tip 5. Teeltwisseling

Hou in je indeling rekening met teeltwisseling. Als groentes altijd op hetzelfde stukje grond geteeld worden maak je meer kans op ziektes. Vandaar dat vaak teeltwisseling wordt toepast.

Bij teeltwisseling zorg je ervoor dat er enkele jaren tussen zitten alvorens één soort groente weer op dezelfde plek komt. De periode verschilt per soort.

Doorgaans wordt er gerekend met 6 teeltgroepen. Door het rouleren van deze 6 groepen hanteer je een periode van 6 jaar.

1. Wortelgewassen (knoflook, bietjes, wortels, uien etc.)
2. Bladgewassen (spinazie, slasoorten, etc.)
3. Vruchtgewassen (diverse soorten pompoen, courgette, etc.)
4. Aardappelen
5. Peulgewassen (diverse soorten bonen en erwten)
6. Koolgewassen (bloemkool, broccoli, rode kool, witte kool, spitskool, etc.)

Moestuinplan tip 6. Optimaal gebruik van grond

Plan optimaal gebruik van de beschikbare grond. Kijk naar zaai en oogst tijden van diverse soorten en laat deze afwisselen.

Plant bijvoorbeeld vroege aardappels, opgevolgd door pompoenen. Als de aardappels de grond uit gaan, kunnen pompoenstekjes de grond in.

Moestuinplan tip 7. Moestuintekening

Een moestuintekening geeft aan wat je waar gaat planten. Hier in combineer je al het onderstaande in een tekening op schaal.

1. Wat wil je gaan kweken?
2. Pas je wisselteelt toe?
3. Hoe kun je optimaal gebruik maken van de grond?
4. Wat zijn goede en slechte buren?

Deze tekening hoeft niet perfect te zijn! Als jij maar begrijpt wat je waar wil gaan planten. Een grove schets voldoet.

Moestuinplan tip 8. Benodigdheden

Heb je alle benodigdheden voor het aankomende seizoen in huis? Denk na over compost, zaadtrays, rekjes voor klimplanten, etc.

Het kan zijn dat je nog (extra) moestuinbedden wil maken. Wees hier op tijd mee.

Moestuinplan tip 9. Jaarplanning

Een jaarplanning hoeft niet veel meer te zijn als enkele kriebels op de kalender. De boerderij kalender is hier bijvoorbeeld geschikt voor.

Kijk welk zaad wanneer gezaaid moet worden. Schrijf dit voor jezelf op. Zo ben je nooit te laat (of te vroeg) met zaaien!

Moestuinplan tip 10. Wees realistisch

Dit is de moeilijkste. Al die zaden. Al die mogelijkheden!

Elk jaar maak ik weer de fout. Ik zaai teveel. Vind het zonde om stekjes weg te gooien en prop alles te kort op elkaar in de moestuinbedden.

Dus, vooral de tip aan mijzelf, wees realistisch!

Realistisch qua ruimte, maar ook qua beschikbare tijd. Het bijhouden van de moestuin, maar ook het verwerken van de oogst, kan veel tijd kosten. Hoeveel tijd kun en wil je investeren?

Starten met een moestuin in 2022